'Datalimieten helpen niet tegen netwerkcongestie'

Een middelgrote Amerikaanse DSL-provider is uiteindelijk op die uitdaging ingegaan en stelde Felten verkeersgegevens beschikbaar van één dag. De geaggregeerde link waarop die gegevens betrekking hebben, bedient 5138 gebruikers.

1 procent genereert 20 procent van het verkeer

Zeer zware internetgebruikers bestaan inderdaad, concludeert Felten: 1 procent van de gebruikers was goed voor 20 procent van de gebruikte bandbreedte. Gemiddeld genereerde de zware internetgebruiker 9,6 gigabyte aan verkeer, tegen 290 megabyte gemiddeld voor alle gebruikers op de lijn.

Maar het bewijs dat deze zware internetgebruikers congestie veroorzaken ontbreekt. Een analyse van de verkeersgegevens tijdens piekuren (gedefinieerd als de periode waarin de bandbreedte voor meer dan 75 procent werd gebruikt) suggereert zelfs het tegendeel.

Niet alleen zware gebruikers verantwoordelijk

Het zijn namelijk lang niet alleen de zware gebruikers die dan voor veel verkeer zorgen. Weliswaar behoort 83 procent van de veelgebruikers gedurende tenminste één interval van 5 minuten tijdens de piekuren tot de 1 procent met de grootste bandbreedtehonger. Maar van die 1 procent maken de veelgebruikers maar 14,4 procent uit. Een ander gegeven dat de veelgebruikers 'ontlast': 48 procent van de gebruikers van de geanalyseerde lijn behoorde op enig moment tijdens piekuren tot de 10 procent veelgebruikers van bandbreedte.

Felten constateert daaruit dat de datalimieten niet effectief zijn in het tegengaan van congestie, en dat het instrument de verkeerde gebruikers treft. Om overbelasting van het netwerk tegen te gaan, zouden ISP's naar andere instrumenten moeten zoeken, meent Felten.

Felten heeft zijn bevindingen vastgelegd in een rapport, dat via zijn website te koop is.